Cultuur in de antropologie
Cultuur in antropologische zin bestaat uit:
- Systemen van expliciete normen en overtuigingen, uitgewerkt op min of meer geformaliseerde manieren.
- Gebruiken en gewoonten die mensen hebben verworven om het simpele feit dat ze in bepaalde gemeenschappen leven, dus ook de gewone handelingen van het dagelijks leven.
- Artefacten van menselijke activiteiten, van echte kunstwerken tot alledaagse voorwerpen en alles wat verwijst naar materiële cultuur, tot de kennis die nodig is om te leven.
De kenmerken die cultuur definiëren in de beschrijvende opvatting van antropologie zijn hoofdzakelijk drie:
- Cultuur is aangeleerd en kan niet herleid worden tot de biologische dimensie van de mens. Huidskleur is bijvoorbeeld geen culturele eigenschap, maar een genetische eigenschap.
- Cultuur vertegenwoordigt de totaliteit van de sociale en fysieke omgeving die het werk van de mens is.
- Cultuur wordt gedeeld binnen een groep of bedrijf. Het is gelijkmatig verdeeld binnen deze groepen of bedrijven.
Om een actie of eigenschap als “cultureel” te kunnen definiëren, moet deze daarom door een groep worden gedeeld. Dit betekent echter niet dat een “cultureel” fenomeen noodzakelijkerwijs gedeeld moet worden door de totaliteit van de bevolking: er moet ruimte worden gelaten voor normale individuele variabiliteit.
Zelfs met betrekking tot de variaties in gedrag tussen individu en individu binnen een samenleving, is het echter mogelijk om grenzen te identificeren die worden bepaald door de sociale normen die die specifieke groep reguleren.
Vaak zien individuen die tot een bepaalde cultuur behoren hun gedrag niet gereguleerd door deze regels die bepalen welk gedrag is toegestaan en welk niet.
In de antropologie wordt de verzameling van deze sociale normen gedefinieerd als culturele modellen die ook algemeen worden erkend als ‘idealen’.