In de sociologie
Beïnvloed door de studies van culturele antropologie, besteedt de sociologie bijzondere aandacht aan de studie van cultuur. Volgens de opvatting van de Engelse antropoloog Tylor (1871) wordt cultuur gedefinieerd als die reeks tekens, artefacten en manieren van leven die individuen delen. In antropologische zin is cultuur alles wat een bepaalde betekenis heeft (symbolen, taal), en de term verwijst naar een specifieke groep: cultuur heeft dus herkenbare grenzen. Vanaf de jaren 60/70 van de twintigste eeuw begon het begrip cultuur een centrale en niet langer marginale rol te spelen. De productie- en werkgelegenheidsstructuur (dienstverlenende onderneming) verandert en de verschillende sectoren ontwikkelen zich.
Cultuur brengt dus verandering teweeg, die op zijn beurt de marketing, productkwaliteit, economische strategieën verbetert: allemaal elementen die kennis vereisen. Elke cultuur is relatief aan het bedrijf of de groep waartoe het behoort. Het kan bijvoorbeeld het gezinsleven, religie, kleding, gewoonten, etc. zijn en is beperkt tot een bepaalde tijd en plaats. Een van de grootste fouten in de geschiedenis is geweest om de cultuur te hiërarchiseren, een echte daad van etnocentrisme die heeft geleid tot het geloof en de steun van culturen die ‘superieur’ zijn aan andere, waardoor de culturele blokkade van naties en dus internationale conflicten is ontstaan. Vandaag bevinden we ons echter middenin de globalisering: we kunnen dus spreken van een soort syncretisme, dat wil zeggen de versmelting/verzoening van verschillende overtuigingen.